
Deze zomer gaat een lang gekoesterde wens van ons in vervulling, het gebied in en om het Lauwersmeer verkennen met onze zeilboot ‘de vrije vogel’. Strakke rietranden omgeven dicht beboste eilanden waar zich – stel ik me zo voor – een heel bosleven afspeelt waar nooit een mens deel aan heeft. Het is nieuw terrein voor ons … we raken het gevoel voor richting kwijt, we lopen vast aan de grond. En bij een wat heviger wind raakt de voorstag los en de fok in de war. Driek lost dit behendig op terwijl ik het schip op koers houd.
Soms is het stil en dan ervaar ik het vervagen van grenzen bewuster. In een bocht aan het eind van de Zoutkamperrif trekt een bomengroep mij voor even naar zich toe. Hun vrolijkheid omringt me. Ze glimlachen om mijn zorgen en angsten. Zij maken zich niet druk, staan daar gewoon mooi te wezen. Ze moedigen mij aan te leven zoals zij. En dan verdwijnt het plekje paradijs uit het zicht, een klein stukje van mij blijft achter, of ik neem iets van haar mee in mijn ziel. Ik weet het niet precies.
Later in de middag zit ik op de oever met mijn voeten in het water. Er komen twee eendjes aan, schuchter en nieuwsgierig, zo lijkt het. Ze komen steeds dichterbij die rare wriemels van tenen. De brutaalste doet zijn snavel al open, houdt haar koppie scheef en kijkt me aan. Ik neem geen risico, spetter wat water hun kant op … en weg zijn ze.
Het verbonden zijn werkt door in hoe ik kijk en denk. Een schip vaart ons hard voorbij en veroorzaakt golven die tegen de beschoeiing slaan. Plots zie ik de gelijkenis met vissen die in en uit het water springen. De vissen zijn het water, en het water is de vissen.
Geef een reactie