Dat ik ooit dood zou gaan, ontdekte ik toen ik zeven was. Een meisje uit mijn klas had epilepsie. Ik heb nog op mijn netvlies hoe zij een aanval kreeg tijdens het speelkwartier en uiteindelijk uitgeput op de grond lag. Enkele weken later was ze dood.
Ik leef met het besef dat ik op een dag zal sterven en ik heb daar vrede mee. Dat ik ervoor gekozen heb in reïncarnatie te geloven, helpt wel. Ik kan soms opzien tegen een zware en pijnlijke ziektetijd maar bang om dood te gaan ben ik niet. Ik zal niet ophouden maar overgaan.
Vóór de coronatijd was sterven een thema, naast al het andere waar mijn aandacht naar uit ging. Nu dringt het zich op. Voortdurend wordt uitgezonden hoeveel mensen er zijn overleden aan het coronavirus en dat ouderen tot de risicogroep behoren. Dit wekt de indruk dat de kans dat ik binnenkort ga sterven aan Covid19 groot is.
Maar is dat wel zo? Ik houd me aan de anderhalve meter afstand. Als ik boodschappen ga doen, trek ik plastic handschoenen aan. Ik ben gezond en voel me fit. Volgens mij is de kans dat ik binnenkort doodga niet groter dan anders. Alleen de focus op doodgaan is groter dan anders.
Ik ben begaan met iedereen die getroffen wordt door het virus, aan den lijve of in hun portemonnee. Ik zie de ongerustheid en de pijn die dat met zich meebrengt. Ik heb soms buikpijn van de machteloosheid die ik daarbij voel. Ik voel me betrokken bij wat corona teweegbrengt in mensen. Wat het in mij teweegbrengt, is een versterkt besef van onze sterfelijkheid en van het belang van waardig sterven. Daarnaast ben ik me ervan bewust hoe een combinatie van engagement en relativering mij in evenwicht houdt.
Vicki Laws zegt
Prachtig.